RS232 werkt met drie elementen, een hardware-element (seriële COM-poort) en twee functie-elementen (RS-232 ontvangen en RS-232 verzenden).
Binnen het hardware-element moet je standaard RS232-eigenschappen opgeven (baudrate enz.). U moet ook het servicetype opgeven; native als u wilt communiceren met een ander PPA-apparaat, anders Terminal. De eigenschap “Terminal Mode” geeft aan of de gegevens omwikkeld moeten worden met een prompt (eenvoudig te gebruiken in een terminal) of onbewerkt moeten zijn (apparaat naar apparaat). Dan moet je verzend-/ontvangsterminatoren en scheidingstekens opgeven. De terminator geeft het einde van een bepaald RS232 commando aan en het scheidingsteken is het teken dat wordt gebruikt om meerdere waarden te scheiden.
Met het RS-232 Send element kun je een seriële poort specificeren (het hardware element) en vervolgens talrijke “Send Values”. Dit element kan net als elke andere actie worden aangeroepen en als dat gebeurt, zal het elke waarde verzenden (ingesloten in gespecificeerde voor- en naberichten), gescheiden via de “Send Separator” gespecificeerd in het hardware element en beëindigd met de “Send Terminator” gespecificeerd in het hardware element. De waarden worden in opeenvolgende volgorde van boven naar beneden verzonden.
Met het element RS-232 Receive kun je een seriële poort specificeren (het hardware-element). Als deze geselecteerd is, kun je een “Alias” specificeren. Als er geen alias is opgegeven, wordt de naam van het RS-232 Receive-element gebruikt als het commando; als er een alias is opgegeven, wordt de alias gebruikt als het commando. Daarna volgt een Receive Separator en vervolgens alle waarden die het apparaat moet ontvangen, ook gescheiden door de Receive Separator en afgesloten met de Receive Terminator. Vervolgens specificeer je een lijst met ontvangen eigenschappen/variabelen, dit is waar de waarden weer sequentieel worden opgeslagen van boven naar beneden als eerst ontvangen naar laatst ontvangen.
Als bijvoorbeeld de alias is ingesteld op “rx”, het scheidingsteken is ingesteld op komma en het scheidingsteken op [CR][LF] en de gespecificeerde ontvangstwaarde een tekstvak Tekst is, dan zou het volgende de tekstvak tekstwaarde instellen op “Test”:
RS-232 ontvangen geeft je ook de optie om een actie uit te voeren zodra de ontvangst is voltooid, zodat je een waarde als variabele kunt opslaan en vervolgens een actie kunt oproepen om deze weer te geven of te wijzigen met een wiskunde-bouwsteen voordat je deze weergeeft.